Nederland was natuurlijk altijd nat. Regen, grauw weer met weinig verdamping in een laaggelegen land met polders en grote rivieren. Water was altijd een vijand, gaf overlast. Dus hielden we het water buiten de deur met hoge dijken. Of werd het snel afgevoerd door onze vele kanalen en sloten. En later via onze riolen. De eerste waren zogenaamde gemengde riolen. Die voeren ook afvalwater af uit toiletten, uit keukens, van bedrijven, enzovoort. Al het regenwater dat via de putjes langs de weg in het riool komt, werd dus gemengd met dat vuile water.
Die riolen komen samen in het hoofdrioolnet, dat het afvalwater naar een waterzuivering brengt. Voor Delft is dat de Afvalwaterzuivering Harnaschpolder, waar ook afvalwater van andere gemeentes in de buurt wordt behandeld. Daarna wordt het gezuiverde water bij Scheveningen (Houtrust) op de Noordzee geloosd. Maar een deel van dat water, het hemelwater, was dus schoon, en had helemaal niet gezuiverd hoeven worden. Zonde van alle moeite en geld.
Ons oude rioolstelsel was ontworpen om neerslag tot ca 20 mm per uur te kunnen afvoeren. Een neerslag van 30 mm per uur kan zo’n gemengd riool niet meer verwerken, en het teveel wordt geloosd op het oppervlaktewater via één of meer van de vele overstorten van het Delftse rioolstelsel. Dat heeft natuurlijk kwalijke gevolgen voor de kwaliteit van dat oppervlaktewater. Daarom is Delft begonnen om de afvoer van neerslag en afvalwater te scheiden. Die scheiding is nog niet compleet en kan ook niet overal, als er te weinig ruimte in de straat is bijvoorbeeld. Delft heeft nu nog 120 km gemengd riool, en een gescheiden systeem met 113 km vuilwaterriool en 140 km hemelwaterriolering. Dit betreft het zogenaamde hoofdriool, dus exclusief alle aansluitingen met woningen, bedrijven, enz.
Het is natuurlijk erg kostbaar om zo’n dubbel rioolsysteem te bouwen en te onderhouden. Bovendien zou er in de toekomst tijdens heftige regenbuien veel meer water afgevoerd moeten worden. Want door klimaatverandering neemt niet alleen de totale neerslag toe, maar ook de piekneerslag tijdens heftige buien. Zo neemt naar verwachting de eens per 100 jaar piekneerslag toe van 58 mm per uur in 2020 tot 70 mm per uur in 2050.
Wij vinden het overigens heel gewoon dat Delft een rioolstelsel heeft. Maar vroeger hadden we dat niet en werd alle afvalwater op de grachten geloosd. In de loop van de 19de eeuw werd dit een onhoudbare situatie. Dus werden er plannen gemaakt, maar alles duurde erg lang. Zo verscheen er in 1866 een rapport met de aanbeveling om de Delftse grachten te dempen en gesloten rioolbuizen aan te leggen. Dat ging gelukkig niet door. Daarna duurde het nog ongeveer 60 jaar voor de gemeente serieus plannen ging maken voor een rioleringsstelsel. Pas in 1928 worden die plannen goedgekeurd en wordt met het werk begonnen. De aanleg van ons rioolstelsel is overigens pas in 1953 geheel gereed. Zo’n stelsel heeft een gemiddelde levensduur van ongeveer 60 jaar. Dus al sinds een tijdje moet Delft veel rioleringsstelsels vervangen. Waarschijnlijk heb je dat zelf ook opgemerkt.