Wereldvoedseldag
Met deze dag willen de Verenigde Naties aandacht vragen voor voedselzekerheid in heel de wereld. Voor de beschikbaarheid van voldoende én gezond voedsel voor iedereen op de wereld.
Toen de VN in 1979 16 oktober als Wereldvoedseldag uitriepen was honger in veel gebieden in de wereld voor een groot deel van de bevolking een permanente dreiging. Helaas moeten we constateren dat nog steeds grote groepen mensen onvoldoende voedsel krijgen. De VN schatten in dat nu nog ruim 800 miljoen mensen wereldwijd honger leiden of ondervoed zijn. In tijden van Corona lijkt dat aantal eerder te groeien dan af te nemen. Aandacht voor hoe we omgaan met voedingsmiddelen blijft enorm belangrijk.
Nederland
Ook in ons land neemt de ongelijkheid toe. De coronapandemie heeft deze situatie geaccentueerd. In Nederland verdelen we het beschikbare voedsel ook niet eerlijk. Kwetsbare groepen hier zijn die mensen die net niet in aanmerking komen voor steun via de Voedselbank en mensen zonder papieren die door de coronacrisis hun inkomen zien wegvallen. Zo is honger niet alleen een probleem van ‘ver weg’.
Honger hoeft niet
Op zich produceren we nu nog voldoende voedsel op de aarde om de wereldbevolking te voeden. Als we de gehele wereldproductie gelijkelijk over alle wereldburgers verdelen, is er iedere dag voor iedere persoon ruim 250 gram tarwe, bijna 3 ons rijst of 345 gram maïs beschikbaar. We produceren met z’n allen genoeg groenten om iedereen dagelijks meer dan 400 gram te geven en bijna 250 gram fruit. Voor iedereen is er half ei beschikbaar en een kwart liter melk.
Uitdagingen
Maar we verdelen wat we hebben op een zeer ongelukkige manier. Niet alleen claimen de rijke landen een buitenproportioneel groot deel, ook benutten we de plantaardige voedselbronnen op een inefficiënte manier. De consumptie van vlees is hier de grootste boosdoener. Om 1 kilo rundvlees te produceren hebben we tot zo’n 12 kilo granen nodig en 15 m3 water. Kippenvlees doet het iets beter, maar ook daar is ongeveer twee keer zoveel gewicht aan graan nodig per kilo vlees in de winkel. Dat kan dus veel efficiënter. Temeer we volgens cijfers van een paar jaar geleden in Nederland per persoon ieder jaar ongeveer 50 kilo voedsel weggooien. Dat is 850 duizend ton voedsel met een waarde van 2,6 miljard euro.
Ook produceren we nog onvoldoende duurzaam. Om ook in de toekomst iedereen te voeden, moeten we kijken naar productiemethoden die veel zuiniger omgaan met de hulpmiddelen op aarde.
Global Goals
Voor meer samenhang in het verbeteren van de wereld hebben de Verenigde Naties in 2015 de zogenaamde Global Goals, Duurzame Ontwikkelingsdoelen in het Nederlands, vastgesteld. Dat is een samenhangende kapstok van doelen waaraan we alle initiatieven om van de wereld een betere plaats te maken voor iedereen kunnen ophangen. Voor de activiteiten rond Wereldvoedseldag zijn Doel nummer twee ‘Geen armoede in de wereld’ en nummer twaalf ‘Verantwoorde consumptie en productie’ van belang.
Wat kunnen we zelf doen?
Ons bewust zijn van hoeveel voedingsmiddelen we kopen en eten is al een belangrijke stap. Minder vlees eten helpt natuurlijk ook, want dat maakt onze voedselketen efficiënter. Proberen te voorkomen dat we eten weggooien is een goede manier om verspilling tegen te gaan.
Voor dit laatste zijn er al allerlei initiatieven in Delft. De community Foodsharing, door TU-studenten, die ook etensresten benut voor nieuwe maaltijden. Groepen als de Ruilkring, Thuisgekookt, Fairtrade Delft en Milieudefensie Delft voeren soortgelijke acties.